E EN DE GROOTE OORLOG
  • WELKOM
  • Ninove & deelgemeentes
  • Oorlogsdagboeken
    • Louis Joseph Cieters
    • Dr. Maurice Lievens
    • Jeanne De Mont
    • Dr. Albert Liessens
    • Omer Cobbaert
  • Oorlogsliederen & -poëzie
    • Liejes & gedichten
  • Contact
  • Redactieploeg
  • Bronnen
  • Herinneringsactiviteiten

28/11/1916

28/11/2016

0 Reacties

 
28 november
​

Ik ben alleen in mijn droevige en koude kamer. Buiten vriest het en is het grijs. Sinds acht dagen leven we in de mist. Als enig gezelschap heb ik niets anders dan mijn gedachten die alles behalve vrolijk zijn. Ik denk aan de mooie dagen aan de familiehaard met mijn lieve vrouw en kind. Zullen die gelukkige uren ooit terugkeren? Hoe lang en eentonig zijn de dagen hier. Ik lees alles wat ik kan, maar vaak ontbreken me de boeken. Als enige verstrooiing blijft er me dus niets anders over dan naar de jonge hanen te kijken die vechten en naar de kippen die scharrelen in de tuin die zich tot tegen mijn vensters uitstrekt. Hoe gek geraak ik door het nietsdoen? We hebben goede hersens nodig om hieraan te weerstaan. Hoeveel maanden moeten we nog in deze omstandigheden doorbrengen? Bij deze zaak kan men niet anders dan rillen. Wat doet de dierbare familie in deze periode? Wat doen mijn Mélanie en mijn Augustake? Hoe leven mijn lieve moeder en mijn broer en zuster? Hebben ze alles wat ze nodig hebben? Lijden ze geen gebrek? Mama Thomas ondervindt ongetwijfeld minder invloed van deze sombere momenten, in die zin dat ze dicht bij haar kinderen en kleinkinderen is. Ik ben voor haar de enige die in de kring ontbreekt. Maar voor mijn arme moeder is dit niet hetzelfde. Zij moet vrezen voor drie van de haren. Ik hoop sterk dat op de dag van het weerzien de schadeloosstelling voor haar des te groter zal zijn. Want alle families zullen geen drie van de hunnen hebben gegeven om dit gemeenschappelijk grondgebied te verdedigen. Wat een mooie dag zal het zijn wanneer we, zittend dicht bij haar, de bevrijding van ons land zullen kunnen vieren. Hoe groot ook het lijden zal geweest zijn, hoe groter zal de vreugde zijn. Des te groter ook zal onze liefde zijn, mijn lieve Mélanie, want gedurende 28 maanden heeft hij de tijd gehad om te condenseren. Dat de terugkeer snel moge komen en me redt van de ledigheid.
0 Reacties

23/11/1916

23/11/2016

0 Reacties

 
23 november
​

Ik weet, lieve vrouw, dat het voor jou prettig is om te weten hoe ik mijn tijd doorbreng op deze triestige plaatsen. Het is daarom dat ik je het ga beschrijven met het gevaar dat ik mezelf herhaal. Ik sta op om 7.30 u., rond 8 u. ga ik naar de mess om te ontbijten, en vandaar ga ik naar mijn verpleegdienst waar ik ongeveer een uur bezig ben. Vervolgens is het het bureau van de kolonel die me ontvangt om er enkele kwesties te bespreken, hetzij mondeling hetzij per telefoon. Wanneer het weer het toelaat, wat zelden gebeurt, doe ik een inspectie van mijn hulpposten in de loopgraven of de legerkampen, wat natuurlijk met de auto gebeurt. Eenmaal deze bezoeken gedaan zijn, keer ik naar mijn logement terug en houd er mij bezig tot het middagmaal dat om 13 uur doorgaat. Na het middagmaal keer ik terug naar mijn kamer en houd ik me bezig met lezen of met eender welke klus. Zaterdag ga ik naar een wetenschappelijke conferentie in de ‘Ambulance l’Océan’ in De Panne. Om 19 uur is het avondmaal, vervolgens spelen we een spelletje domino en rond 22 uur ga ik slapen. Alle dagen verlopen op dezelfde manier. Het is niet afwisselender dan dat, het getuigt zelfs van een ontmoedigende eentonigheid. En zeggen dat we pas bij het begin van de winter zitten! En dat we vóór mei of juni niet zullen kunnen rekenen op een verandering. Wanneer zal ik jullie twee teergeliefden terugzien, en wanneer zal ik jullie tegen mijn hart kunnen drukken?
0 Reacties

19/11/1916

19/11/2016

0 Reacties

 
19 november
​

Sinds de 15de heeft het gevroren, en de 17de was het bijzonder koud. De 18de is de dooi begonnen en de 19de is de temperatuur gevoelig gestegen. Ik word bij de kolonel geroepen. Hij heeft me deze morgen voor de tweede maal voorgedragen voor het Kruis van Ridder in de Leopoldsorde, met als motivatie: ‘Pour son dévouement au cours de toute sa carrière militaire et pendant la campagne’, waarvan ik verneem dat we niet lang zullen moeten wachten om de beslissing van de regering te kennen. Zij zal negatief zijn.
 
0 Reacties

17/11/1916

17/11/2016

0 Reacties

 
17 november
​

Gisteren ben ik dus naar Calais gegaan. Zowel heen als terug is mijn reis goed verlopen. In Calais ben ik een bezoek gaan brengen aan de vriendelijke mensen die me vroeger hebben gehuisvest. Eenmaal mijn boodschappen achter de rug waren ben ik van 15 tot 17 uur naar de bioscoop gegaan en vervolgens ben ik in de auto gestapt. We zijn om 21 uur teruggekeerd. Ik ben onmiddellijk gaan slapen want die morgen moest ik om 7  uur terug zijn in Wulpen. Om half vier ben ik wakker geworden door de explosie van bommen die door vijandelijke vliegtuigen werden afgevuurd. Dit concert heeft tot 4.30 uur geduurd. Ik heb slechts ’s morgens vernomen waar ze werden afgeworpen. Langs de ganse weg van De Panne naar Wulpen zie ik de granaattrechters die door de bommen zijn veroorzaakt, maar nergens waren er huizen geraakt. Nochtans wachtte me in mijn verblijfplaats een grote verrassing. ’s Nachts was een grote bom gegooid op 20 meter van mijn verblijf, met een krater van 4 meter diameter en 1.5 meter diepte, precies in het midden van de weg. In mijn kamer waren alle vensters vernield, en de stukken waren op mijn bed terechtgekomen. Ik zou zeker gekwetst geweest zijn door die hoop glas. De liefde van mijn lieve Mélanie en mijn zacht Augustake heeft me duidelijk beschermd!
In de namiddag waren mijn ramen vervangen en mijn kamer had een ander uitzicht gekregen. Vanaf nu bevindt mijn bed zich tegenover de ramen, ik zal dus niet meer aan dat gevaar bloot gesteld zijn.
Vandaag hebben de barbaren opnieuw Veurne gebombardeerd, maar deze keer verzekert men me dat er slachtoffers zijn. Gans de bevolking heeft de stad verlaten. Nooit heeft het kanon zich zoveel laten horen als deze laatste drie dagen. Evenmin bedreef men ooit een gruwelijker en beestachtiger oorlog. Nergens is men nog veilig, noch dicht bij het front, noch er achter. De dood hangt boven ons hoofd. Men zou niet durven voorspellen of men binnen een uur nog zal leven. De steden, net zoals in de tijd van Cyrus, zijn vernield van onder tot boven, de bevolking onderworpen, en meegevoerd in slavernij. Ziehier dus de vooruitgang van de mensheid. En zeggen dat dit bloeddorstig volk zichzelf durft het meest beschaafde van de wereld te noemen, en overal zijn cultuur ophemelt. Wat zou er gebeuren indien we oorlog voerden met wilden? Misschien zou zij menselijker zijn. Het is waar dat de wilden geen ‘Kültür’ (sic) kennen.
0 Reacties

15/11/1916

15/11/2016

0 Reacties

 
15 november
​

Ik heb een dag verlof gevraagd om morgen naar Calais te gaan met de bedoeling om er winterkledij te vinden, en ook om enkele boeken te kopen die me zullen helpen om die lange winteravonden min of meer aangenaam door te brengen. Een ambulancewagen vertrekt elke donderdag van het hospitaal l’Océan in De Panne naar Calais en keert tussen 20 en 21 uur terug. Het is deze wagen die ik ga nemen, en aangezien deze om 7.30 uur ’s morgen vertrekt, moet ik gaan logeren in De Panne. Onderweg passeren voortdurend obussen boven mijn hoofd die in Veurne neervallen. Na een adempauze van bijna vijftien maanden herbeginnen die bandieten hun vernielingswerk. Ik verneem in De Panne dat vijandelijke vliegtuigen de voorbije nacht boven de plaats hebben gevlogen en bommen hebben gegooid die twee politiemannen hebben gedood en vele anderen gekwetst. In De Panne moet alles om 19 uur gesloten zijn wat maakt dat ik na te hebben gesoupeerd niets anders kan doen dan naar bed te gaan. Waar ben je gebleven, de gelukkige tijd dat ik na een spelletje lotto gespeeld te hebben met mijn lief Augustake wat las naast mijn teergeliefde vrouw. Jij hebt tenminste, mijn liefste Mélanie, ’s avonds het gezelschap van onze lieve mama Thomas, terwijl ik niets anders heb dan mijn treurige gedachten om me gezelschap te houden.
0 Reacties

13/11/1916

13/11/2016

0 Reacties

 
13 november
​

Ondanks de dichte mist dondert het kanon dag en nacht. Mijn rust draagt er de gevolgen van omdat ik elke keer weer wakker word. Wanneer zal ik dus kunnen terugkeren bij mijn geliefden, om er een beetje warmte en affectie te genieten. Ik ben hier zo alleen en de tijd lijkt me zo lang en eentonig. Om me een beetje te verstrooien, ben ik onze legerkwartieren gaan bezoeken. Wat een modderpoelen! Het Belgische volk zal nooit begrijpen dat er moed nodig is voor onze soldaten om daarin te leven. Niemand zal ooit het leed kennen dat deze mannen hebben doorstaan en nooit zal men later voor hen genoeg kunnen doen om hen dit te vergoeden. Meer dan achtentwintig maanden dat velen onder hen geen bed meer gezien hebben, dat zij slapen in het stro en in wat voor een hok! Men moet een stevige moraal hebben om dit te doorstaan.
0 Reacties

10/11/1916

10/11/2016

0 Reacties

 
10 november
​

Ik heb me opnieuw geïnstalleerd bij een koster in Wulpen waar men me met ongeduld opwacht. Een van de meisjes had een borstvliesontsteking opgelopen drie weken voor mijn vertrek naar De Panne. Ik had ze de ganse tijd verzorgd en onze gewijzigde inkwartiering had mijn bezoeken verstoord. Gisteren heeft ze zich voor het eerst recht gezet. Met ongeduld wacht men op me om haar genezing af te ronden.
Hoe vuil is het in Wulpen! Overal modder, men baggert er door tot aan de enkels. Wat een mooi vooruitzicht om hierin de ganse winter te moeten leven. Wanneer kunnen we dus naar de bewoonde wereld terugkeren? Wat ga ik doen om deze lange avonden door te brengen? Een ernstig probleem. Ik ril wanneer ik er aan denk omdat ik echt schrik heb voor de verveling. Welk werk ga ik aanvatten? Het ongeluk is dat we ons niet van boeken kunnen voorzien die we zouden willen, en daarbij hoe zouden we kunnen? We moeten er niet aan denken om ze te verhuizen, gezien de ruimte waarover wij beschikken. Bij de eerstvolgende verhuis lopen we dus het gevaar ze te moeten achterlaten. Wat moet ik doen?
0 Reacties

9/11/1916

9/11/2016

0 Reacties

 
9 november
​

Ons verblijf in De Panne nadert zijn einde. We zullen uiteraard morgen vertrekken. Die 24 dagen zijn wel vlug gepasseerd. Zeggen dat dit de enige fatsoenlijke bewoonde plaats is van alle die er in het bezette België overblijven. Want de stad Veurne is voor ons verboden. Sinds de troepen haar hebben geëvacueerd, bestookt de vijand haar niet meer, en om te vermijden dat ze herbeginnen is er de toegang verboden aan de militairen.
0 Reacties

6/11/1916

6/11/2016

0 Reacties

 
6 november
​

Wij hebben een algemene wapenoefening gehad waaraan ik heb moeten deelnemen. Ik had absoluut niets te doen, en ik ben ’s middags teruggekeerd me voortdurend afvragend waarom mijn aanwezigheid vereist was. Bij mijn terugkeer heb ik een kaart gevonden van mijn teergeliefde Mélanie en Augusta. Vreugde zonder weerga, het slechte humeur dat ik in de duinen had opgekropt was snel verdwenen. Hoe verheugd ben ik om te vernemen dat zij beide evenals als de hele familie het goed maken. Zie daar Mienske op school. Maar mijn lieve vrouw ? Je vergeet me te zeggen op welke school. Ik veronderstel dat het in de Boulevard Clovis is.
0 Reacties

5/11/1916

5/11/2016

0 Reacties

 
5 november
​

De generaal (nvdr: generaal Michel) is bij ons komen dineren. Bij deze gelegenheid werden andere uitnodigingen gedaan, onder andere deze van een meneer met wie ik niets te maken wil hebben. Ik had me eerst voorgenomen om het diner niet bij te wonen, maar aangezien de kolonel het slecht zou opnemen, heb ik er mezelf moeten toe dwingen. Ik heb gedaan alsof ik de persoon in kwestie niet zag, en gedurende de ganse maaltijd heb ik me zo stil mogelijk gehouden. Om 15 uur ben ik er bij het vertrek van de generaal stilletjes van door gegaan.
0 Reacties

2/11/1916

2/11/2016

0 Reacties

 
2 november
​

Allerzielen. De lijst van onze dierbare doden is langer geworden. Kan hier voor vele jaren een punt achter gezet worden! Het is een weer dat aangepast is aan de omstandigheden. Het is grijs en het regent de ganse dag, het neigt naar droefnis. 
0 Reacties

1/11/1916

1/11/2016

0 Reacties

 
​1 november
 
Allerheiligen. Wij hebben alle hoop verloren om onze thuis deze winter nog terug te zien. Geen enkele wijziging tekent zich af en ik vrees er sterk voor dat ik voor de winter van 1917 naar huis zal kunnen terugkeren. Een mooi vooruitzicht! Wij zijn vandaag getrakteerd op een mooie dag met zon en ik heb er uitgebreid van geprofiteerd. Dat versterkt en leidt mijn gedachten een beetje af van deze vervloekte oorlog. Hoe goed doet het om aldus in kalmte te leven, ver van elk militair gebeuren en kanongebulder!
 
0 Reacties

    Archives

    Oktober 2018
    September 2018
    Augustus 2018
    Juli 2018
    Juni 2018
    Mei 2018
    April 2018
    Maart 2018
    Februari 2018
    Januari 2018
    December 2017
    November 2017
    Oktober 2017
    September 2017
    Augustus 2017
    Juli 2017
    Juni 2017
    Mei 2017
    April 2017
    Maart 2017
    Februari 2017
    Januari 2017
    December 2016
    November 2016
    Oktober 2016
    September 2016
    Augustus 2016
    Juli 2016
    Juni 2016
    Mei 2016
    April 2016
    Maart 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    December 2015
    November 2015
    Oktober 2015
    September 2015
    Augustus 2015
    Juli 2015
    Juni 2015
    Mei 2015
    April 2015
    Maart 2015
    Februari 2015
    Januari 2015
    December 2014
    November 2014
    Oktober 2014
    September 2014

Powered by Create your own unique website with customizable templates.