Het regent zonder ophouden. Wij leven in een echte modderpoel. Gisteren en eergisteren was het weer nog afschuwelijker geworden als gevolg van een bijzonder krachtige wind die van het westen waaide. Vele bomen werden ontworteld, vanuit mijn venster zie ik er twee die in het veld neerliggen.
Af en toe ontvangen wij voor onze zieken en ons personeel giften in de vorm van ondergoed, handdoeken, zeep, sigaretten, aalbessen- en appelsienenconfituur, sirop d’or[1], citroen- en muntbonbons. In feite is dit alles welgekomen bij hen die zich geroepen voelen om ervan te genieten. De geschenken bereiken ons een beetje van overal. Verenigde Staten, Australië, maar vooral van Engeland.
[1] Liessens bedoelt hier waarschijnlijk golden syrup, een Britse stroop die gemaakt werd van rietsuiker of suikerbieten.