Het heeft gesneeuwd, alles is wit. Mijn gedachten gaan naar een andere winter die we samen doorbrachten op een nog meer verlaten plaats. Wat waren we toen toch gelukkig. We vonden het er lang niet zo slecht. We beschikten enkel maar over twee kleine kamertjes, die echter de grote verdienste hadden ons dichter bij mekaar te brengen. Wat een mooie dagen beleefden we daar. En dan een deel van een andere winter die we met ons drieën in Beverlo beleefden. Wie had toen kunnen vermoeden dat we meerdere winters van elkaar zouden gescheiden zijn en dat geleefd zou hebben als een vogel op een tak. Vandaag hier, morgen daar, te midden van al de gevaren van deze afschuwelijke oorlog en zonder in de mogelijkheid te zijn contact te hebben met mijn twee teergeliefden. Wat is het leven op die manier toch triestig. We moeten de moed levendig houden om aan alle miserie te weerstaan.
.