Het blijft mooi weer. De lente heeft zijn intrede gedaan. Alles begint te groeien en de vogels fluiten alom. Spijtig genoeg is er geen vrede om van dit alles te genieten samen met mijn geliefde echtgenote en mijn dierbare kleine Augusta. Vandaag vernam ik via een omweg dat ze het beiden goed stellen, wat me enorm plezier heeft gedaan.
Ik voel me moe en heb meer maagpijn dan vroeger. Wat verveel ik me! Kon ik me maar uitleven met een van mijn favoriete bezigheden. Dat is echter onmogelijk omdat ik hier geen boeken ter beschikking heb. De muziek charmeert me niet meer en ik heb ook geen zin om te musiceren. In de oorlog veroudert men snel en met ons karakter veranderen ook onze interesses. Alles laat me onverschillig, ik heb nog slechte één hoop, één wens: mijn twee geliefden en mijn familie terugzien. Wat duren de dagen lang, vreselijk lang. Ik krijg het bevel me naar de divisiedepots te begeven, met de bedoeling materiaal te verzamelen voor een rapport.