Het gevecht zet zich hardnekkig verder. De meeste tegenstrijdige geluiden circuleren: de ene keer zijn het de Duitsers die met grote stappen dichterbij komen, de andere keer zijn het de Engelsen of de Fransen die ze sneller terugjagen dan ze gekomen zijn. Dan is het deze of gene stad die ingenomen of teruggewonnen wordt, dit of dat dorp dat in vlammen is. We zijn op een punt dat we in niets meer geloven. Aangezien we ter plaatse blijven, betekent dat het niet zo slecht gaat. De dag dat we het bevel krijgen om de aftocht te blazen zullen we weten dat het helemaal niet gaat. Niettemin is er vertrouwen, en des te meer wanneer het beruchte eerste Frans korps op dat moment in onze buurt aankomt. De aanwezigheid van dit korps is een garantie op succes. Laten we dus geduld hebben en laten we op onze twee oren slapen.
Een kaart geadresseerd aan mijn schoonbroer, gedateerd op 8 maart, geeft me nieuws over mijn familie en mijn moeder.