Het vriest hard, het is te koud om buiten te komen. Maar wat maakt het uit, ik weet me wel te vermaken. Men dringt er weer op aan om een groot concert te organiseren. Deze keer heb ik toegezegd, en ik ga er iets van maken waar nog lang zal over nagepraat worden. Er gaat een muziekkorps van het 18de linieregiment opgericht worden, en ik werd aangeduid om in de jury te zetelen om een dirigent aan te duiden.
Deze morgen kreeg ik een kaartje uit Zwitserland, verstuurd door een juffrouw De Groote, die me nieuws meldt van mijn twee dierbaren. Ze stelt ook voor dat ik via haar ook nieuws over mij zou overbrengen. Ik ga er onmiddellijk op in.