Het heeft opnieuw zwaar gevroren. Wij lijden veel koude alhoewel wij ons zouden kunnen bevoorraden met al de brandstof die we nodig hebben. Terloops gezegd, wij betalen voor onze steenkool 8 fr. voor 100 kilo en we hebben hout in overvloed. De petroleum kost ons 25 centiemen. Het aantal zieken stijgt enorm. We hebben ongeveer 50 nieuwkomers per dag.
Misschien zijn jullie benieuwd om te weten hoe de dag zich hier afspeelt. Luister. Ik sta op om 7.30 u. en neem mijn ontbijt. De 1ste sectie geleid door Léotard[1] en de 2de onder mijn leiding komen bij elkaar. Ik houd me van mijn kant bezig met alles wat kleine chirurgie aangaat, de zwavelhoudende baden, de ontsmettingsmiddelen en algemene hygiëne van de instelling. Dat houdt ons bezig tot 11.30 u. Om halféén eten we. Tussen deze twee uren doe ik mijn administratiewerk. In de namiddag zijn er enkele bezoeken aan het hospitaal en lees ik. Om 16.30 u. drink ik thuis thee waarvoor ik over het algemeen een van de officieren uitnodig die aan het veldhospitaal zijn verbonden. Ik beschik op dit ogenblik over een grote kist Chinese thee van meerdere kilo’s. Het is een geschenk van de Fransen die hier voor ons waren. Had ik maar een kans om jullie een kilo te sturen, want thee moet ook even schaars zijn als koffie en zeker uitzonderlijk duur! Ik ben verdrietig dat jullie ervan verstoken zijn, vooral omdat ik, wanneer er zich onverwachts een verplaatsing voordoet, de grote doos niet achter mij aan kan slepen, en ik verplicht ben om hem met anderen te delen. En toch probeer ik er zoveel mogelijk van bij te houden voor het geval dat wij bij wonder langs Brussel of Gent zouden kunnen passeren, dan zou ik er aan allen kunnen verstrekken. Jullie zullen een idee hebben van mijn theeschat als jullie zouden weten dat mijn doos 28 x 28 x 28 centimeter meet.
Tot 19 u., het uur van het avondeten, lees of schrijf ik. Na het souper doe ik hetzelfde tot 22 u., het uur waarop ik ga slapen. En dat leven gaat aldus dagelijks voort op enkele zeldzame uitzonderingen na. Zo zoek ik op zaterdagnamiddag luitenant-generaal Michel en mijn oude vrienden van het 8ste Linie op, die allen in Oostvleteren logeren op enkele kilometer van hier. Ik bezit behalve de hoger vermelde eetwaar suiker (1,20 fr. per kilo), uitstekende kaarsen van 0,10 à 0,15 (centiemen), koekjes (1,80), lucifers (0,35 voor 10 doosjes), bouillonblokjes, chocolade (3,20 fr. per kilo), zeep (0,30 per stuk). Allemaal zaken die ik gereedhoud om ze jullie bij de eerste gelegenheid te kunnen geven.
[1] Charles Léotard (° 27 oktober 1871) was regimentsdokter 1ste klasse en majoor bij de Grenadiers.