Het is al twee jaar geleden dat ik mijn lieve familie heb achtergelaten en we zijn er helemaal nog niet aan toe om het einde van onze ballingschap te bespeuren! Wie had zich ooit kunnen inbeelden dat wij voor zo veel maanden vertrokken? Zo lang gescheiden zijn van de zijnen, terwijl het leven zo kort is! Ah! Duitsers! Indien het me ooit gegeven is om jullie grenzen over te steken, zal ik me op jullie wreken voor mijn lijden en dat van mijn vrouw en van mijn kind. Jullie ras vernietigen, ziedaar wat mijn machteloze woede zou wensen. Haar kleineren en haar kwellen is wat mijn haat zal doen. Oh! Neen! Geen mededogen en geen medelijden. We kennen slechts één ordewoord en we zullen het zonder sidderen uitvoeren : we nemen wraak! Wraak voor onze doden, wraak voor onze martelaren, wraak voor onze eigen lange verbanning. Volk dat een prooi zal zijn, moge jullie voor altijd vervloekt zijn! Dat het niettemin het synoniem mag zijn van de laagste belediging! Als we nog lang genoeg kunnen samenleven, mijn twee lievelingen, om deze twee jaren van verloren liefde te kunnen inhalen. Ik verlang er naar om jullie terug te zien en aan mijn hart te drukken.