Op tijd opgestaan doorkruisen we heel de morgen de stad tot 11.40 u., het uur waarop we de trein nemen naar La Mure in het massief van Matheysine. Ik kan deze route met niets beter vergelijken dan met die van Pierrefite naar Nestalas tot Cauterets. Het is een elektrische trein die ons vervoert maar de zichten waarvan men kan genieten zijn wilder dan die van de Pyreneeën. Deze spoorlijn loopt door het massief van Matheysine. Het is één van de gewaagste die er zijn. Hij komt langs de gorges van de DRAC en komt door duizelingwekkende sites, passeert boven afgronden, plakt tegen de randen van de kliffen en geeft de indruk opgehangen te zijn tussen hemel en aarde, op hoogtes tussen de 200 à 300 meter. Men komt er gebogen tunnels tegen die bijna een volledige cirkel maken en viaducten op grote hoogte. Deze van de Rivoire onder andere overheerst een afgrond die wel 300 meter diep is. Deze van Loulla steekt een diepte over via drie mooie viaducten waarvan er twee zich boven mekaar bevinden. Op deze weg komt men kokette dorpen tegen zoals La Motte les Bais en La Motte d’Aveillans. Het is tijdens deze uitstap dat wij de eerste besneeuwde pieken zien.
In La Mure hebben wij de tijd om ons te verfrissen in het station en dan keren we terug naar Grenoble tegen 18 u langs dezelfde weg. Na het diner blijven we in het hotel want we moeten morgenvroeg vertrekken.