In een kamer waar men versleten voorwerpen die men niet meer gebruikt onderbrengt, heb ik een fauteuil ontdekt, een uitzonderlijk schaars meubelstuk. Hij is meer bepaald in een goede staat. Hij is gemaakt van teenwilg, de linker armleuning is in goede staat, maar de rechter is op jammerlijke wijze uiteengevallen! Maar zolang hij me nog grote diensten bewijst, nestel ik me er in op op alle vrije momenten, en ’s avonds achter mijn klein vuur laat ik er mijn herinneringen de vrije loop. Moet ik er nog aan toevoegen, mijn twee liefsten, dat jullie er vaak in voorkomen? Hoe meer deze herinneringen in mijn gedachten defileren, hoe meer het verlangen groeit om jullie terug te zien. Ik heb bevestiging gekregen dat mijn moeder de geldsom heeft gekregen die ik haar heb gestuurd.