Opgestaan om 5 uur en vertrek naar Briançon om 6.35 u. In Veynes moeten we overstappen en hetzelfde in Gap waar we 5 uur moeten wachten. Bij het verlaten van Grenoble via verschillende haarspeldbochten die iedere keer een ander zicht opleveren, klimt de trein altijd. Tunnels, viaducten en bruggen volgen mekaar op; langs iedere kant zijn er beboste bergen en helemaal naakte rotsen waar leven onmogelijk is, afgewisseld met groene bochten. Soms zien we arenden zweven. Deze reis tot Veynes is prachtig. Van deze plaats tot Gap is de vallei veel breder en minder interessant maar toch nog altijd zeer mooi. We volgen nu de Lays en vanaf Embrun de Durance. In Gap eten we en bezoeken we de stad die zeer vreemd is . Van Gap tot Embrun hebben we hetzelfde landschap als hiervoor maar vanaf Embrun wordt het panorama zeer schoon. De rotsen hier zijn naakt en af en toe is er een waterval te zien of een gletsjertong of bergriviertjes die zeer kalm zijn in deze tijd van het jaar. Tijdens onze reis zien we l’Aiguille, een rotsmassa van 2097 m. Dit deel van onze route is grandioos.
Om 21 u. komen we aan in Briançon, te laat om de stad nog te bezoeken maar de verschillende lichten die blinken op de hoogtes tonen ons dat de stad zich daar bevindt: ze bevindt zich inderdaad op 1326 m. Het is de hoogst gelegen stad van Frankrijk. Aan het station is het zeer druk want onze trein brengt tegelijkertijd Franse gewonden en Chasseurs alpins of Alpijnse Jagers mee die hier komen uitrusten. We logeren in het hotel van PLM (Compagnie des chemins de fer de Paris à Lyon et à la Méditerranée) die het station zelf beheert.