We staan om 7 u. op om om 9 u. te vertrekken. Ik profiteer van deze 2 uur om een blijk op de stad Briançon te werpen. Zij is zeer koket en zoals ik reeds gisterenavond dacht door de lichten ligt zij op de flank van de berg. De toppen worden bezet door forten en in de verte zien we een berg die nog veel hoger is dan de andere en waarop een Italiaans fort te zien is. Het panorama is magnifiek. De zichten genomen door mijn kameraad zullen u er een klein idee van geven.
Deze keer gaan we met de bergbus onze reis verder zetten. Via haarspeldbochten stijgen we boven de stad uit die we weldra onder ons zien liggen. Een weg uitgehakt in de rotsen brengt ons naar de col van de Lautaret. Heel de weg zien we gletsjers en naakte rotsen die uitsteken boven groene hellingen. Heel dikwijls steken ze op de weg uit. Deze is op verschillende plaatsen bezaaid met een hoop stenen die nogal verschillen van grootte: van een simpele knikker tot een rotsblok zo groot als een kathedraal. Alles is er gigantesk en reusachtig. Het is zeker in deze omgeving dat de slag der titanen heeft plaats gevonden of dat de cyclopen de hemel hebben willen beklimmen. Het is het wildste gebied dat ik ooit gezien heb. Men voelt er zich niet op zijn gemak want deze onmetelijkheid verplettert ons en dwingt respect af. Men is er stil want de natuur is er streng en imposant. Het land is zeer kaal, geen enkele teelt, men ziet enkel een klein beetje gras. Maar op de col van de Lautaret verandert alles. Het gras is groen en bezaait met alle soorten bloemen. De flora is er van een ongekende rijkheid. Ik zie onder andere edelweiss. De sprinkhanen van alle groottes zwermen rond.
Het chalet van PLM waar we gegeten hebben ’s middags bevindt zich op een hoogte van 2107 m. Tijdens de maaltijd zijn we naar 2200 m geklommen. Het is er koud en ’s morgens had het er nog gesneeuwd. Het zicht is adembenemend; niet ver van ons bevindt zich de gletsjer l’Homme en een beetje verder zien we die van La Meije. Net zoals overal nemen we een paar foto’s. Om 14.30 u. verlaten we de Lautaret om weer de weg naar Grenoble te nemen. 87 kilometers moeten we nog afleggen. Geleidelijk verzacht de temperatuur. Het groen toont zich en de vallei is bebost en ontgonnen. De weg is nog wild maar reeds rianter dan het stuk ervoor. Bij een nieuwe opeenstapeling van rotsblokken kunnen we lavendelbloemen plukken die er in overvloed groeien.
In La Grave verfrissen we ons voor de kollossale gletsjer van La Meije maar weldra verdwijnt de sneeuw en we komen in een minder ruw gedeelte maar het is nog altijd zeer mooi door de bomen en de gewassen. Zo doorkruisen we Uriage -les-Bains, een koket kuuroord alsook Vizille. Om 6 u komen we aan in Grenoble. Na het diner keren we terug naar het hotel want we zijn moe van deze 2 dagen.